walter van beirendonck

. 1. De Fantasy van sinterklaas(walter van beirendonck)

"Van mijn twaalfde zat ik op kostschool in Lier. Maar alleen thuis had ik mijn fantasy room. Mijn geheim domein, waar ik tekende en schetste, en waar ik in mijn dagboek schreef. Verzamelen fascineerde me toen al, net als muziek. Mijn kamer hing vol met posters van David Bowie en Alice Cooper. De fantasie die glamrock uitstraalde, het imago van die mannen, hun lijf ook... Amper vijftien was ik toen ik naar live-optredens trok. Soms met mijn zus, soms alleen. Lou Reed, Iggy Pop, Gary Glitter, ik heb ze allemaal gezien. Stuk voor stuk ontdekkingen. Bowie was wel de belangrijkste, maar vraag me niet meer hoe ik die precies heb leren kennen. Allicht bij een van mijn bezoekjes aan Antwerpse platenwinkels. Ofwel uit een tijdschrift.".

                             

2. De academie van Antwerpen

"Jarenlang volgde ik tekenles, 's weekends in Lier. Toch was de overstap van de menswetenschappen naar de academie een openbaring. Ik liep er honderden mensen tegen het lijf die kunstzinnig en creatief bezig waren. Eindelijk gingen de gesprekken niet meer over voetbal en meisjes. Ik zat er tussen schilders en beeldhouwers, en ontdekte er zelf een scala aan artistieke prioriteiten. Ik ging het niet meteen zoeken in de mode.. Dus informeerde ik me eerst over binnenhuisarchitectuur en architectuur, dan juwelen en pas dan mode. Wist je trouwens dat ik eerst zakte voor mode? Pas na een voorbereidend jaar probeerde ik opnieuw, en dan lukte het. Toen ik thuis duidelijk maakte dat ik mode wilde studeren, belde mijn vader naar iemand van Bartson's, je weet wel, de regenjassenfabrikant van weleer. Daar kreeg mijn vader het antwoord dat hij zocht: er zat toekomst in de mode. Je moet dat ook in zijn tijd zien: wie kende modemakers in de periode '75-'76? De straatcultuur domineerde, er waren net wat je noemt bekende modemakers. Enfin, eens ik begonnen was, kreeg ik toch veel steun van mijn ouders. Ik ging niet op kamers, ik pendelde tussen Antwerpen en Zandhoven. Maar was er een interessant feestje, dan bleef ik wel eens logeren. Het was de tijd van Cinderella's Ballroom in Antwerpen, van punk in Engeland. En ik, ik was een soort couture-punker. De eerste designers staken toen de kop op, en ik droeg die. Armani, Versace, Gaultier : ik had het geluk dat mijn moeder zich enorm aangetrokken voelde door kleren en dat ze zeer vrijgevig was. Ik werkte ook wel voor mijn kleren: thuis in de garage hielp ik al eens mee, ik schilderde de gevel of gaf benzine aan de klanten."